Schoolbezoek Noorwegen
Op de eerste dag van de conferentie staat een introductie van het Noorse onderwijs gepland en een bezoek aan een Noorse basisschool.
In Noorwegen gaan kinderen van 1-6 jaar naar een Kindergarten waar spelen de focus is, binnen en buiten. Pas vanaf 7 jaar start het schoolsysteem, waarbij ze 7 leerjaren doorlopen alvorens ze doorstromen naar 3 jaar ‘lower secondair’, een soort brugklas. ‘Upper secondary’, klas 11-13, is verdeeld in General Studies of Vocational Education and Training (resp een soort havo en vmbo).
Ons bezoek was aan de Madlamark Skole, een community school die bijzonder was door een inclusief concept, waarbij er 44 leerlingen met special needs uit de hele omgeving van Stavanger een plekje vinden. Deze kinderen hebben lichamelijke en/of cognitieve beperkingen. Hoewel deze kinderen hun aparte ruimtes hebben in het schoolgebouw, wordt er ook getracht om op regelmatige basis contacten tussen dit deel en het reguliere deel van de school te bewerkstelligen. We werden rondgeleid door Martin en Hedda, twee leerlingen uit grade 6.
In het reguliere deel van de school hebben we een bezoek gebracht aan grade 1 en grade 6, vergelijkbaar met een groep 3 en een groep 8. In groep 8 wordt veelvuldig gewerkt met Chromebooks op een ‘Snappet-achtig’ programma, waarbij de instructies kort zijn en leerlingen op basis van samenwerking aan de slag gaan. De leerkracht ondersteunt bij leerlingen die achterblijven. De groepen zijn relatief klein en er is ook een leerkrachtondersteuner aanwezig. Navraag leert dat van overheidswege bepaald is dat boven een aantal van 25 kinderen een tweede leerkracht in de klas verplicht is. In het programma van deze groep is bijvoorbeeld muziek even belangrijk als rekenen of taal.
In de groep 3 die we bezocht hebben, heb ik ook dingen teruggezien uit ons eigen onderwijs: de circuits voor taal en rekenen, de keuzemogelijkheid uit manieren om doelen in te oefenen. Bijzonder is dus wel dat kinderen hier pas op een leeftijd van 7 jaar starten met het leesonderwijs. Het gaat wel veel sneller. Kinderen hebben voor de kerstvakantie alle letters geleerd (meer dan in het Nederlands) en beginnen daarna al meteen met het lezen van de woorden, die ook lastiger zijn. De Noorse taal is namelijk veel minder klankzuiver dan het Nederlands. In groep 3 op deze school gaan de kinderen ook 1 dag in de week de hele dag naar buiten en wordt er vooral gewerkt aan sociaal-emotionele doelen, rekenen en taal wordt waar mogelijk geïntegreerd met de materialen die op hun pad komen. Het programma is dan afhankelijk van de creativiteit van de leerkracht. De kinderen gaan altijd naar buiten ook als het weer niet zo mooi is. In Stavanger regent het bijzonder veel. Gevleugelde uitspraak hier is dan ook: “Er bestaat geen slecht weer, je kunt alleen slecht gekleed zijn”.
In de STOLT afdeling, special care unit, zien we een muziektherapeut aan het werk en een groep kinderen die gebarentaal leren. Als afsluiting is er een les muziek-bewegingsonderwijs, waarbij de kinderen 1 op 1 begeleiding krijgen van verzorgenden en waarbij de les geleid wordt door de muziektherapeut en een bewegingstherapeut. Heel bijzonder om dit mee te maken. Binnen deze special care unit is er veel man/vrouwkracht. Er is 1 leerkracht op 3 leerlingen en de verzorgenden zijn 1 op 1.
De gouden regel binnen deze school is om deze leerlingen op wat voor manier dan ook te leren communiceren, met klank, beeld of gebaren, zodat zij zich kunnen uiten en contact kunnen leggen.
De algemene indruk van het Noorse onderwijs is dat er ook een ander soort cultuur heerst, meer gemeenschapszin en zorg voor elkaar. De leerkracht heeft een hogere mate van aanzien dan leerkrachten in Nederland en onderwijs wordt door overheid belangrijk geacht.